Stemmingsstoornis

Iedereen voelt zich wel eens somber. Maar als je al een lange tijd ernstig somber of neerslachtig bent, is er wellicht sprake van een stemmingsstoornis.

Wat is een stemmingsstoornis?

Stemmingsstoornissen is een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij je gemoedstoestand of emoties ernstig verstoord zijn of niet passen bij de situatie waarin je verkeert. Depressie en dysthymie zijn de meest voorkomende stemmingsstoornissen. Deze stemmingsstoornissen zijn nauw verwant en soms moeilijk te onderscheiden van elkaar. Hun belangrijkste symptomen zijn een aanhoudende neerslachtige stemming en een verlies van interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten. Daarnaast bestaan er andere stemmingsstoornissen zoals de bipolaire stoornis, ook wel manisch-depressieve stoornis genoemd. 

 

Manisch-depressieve stoornis

De ene dag somber, teruggetrokken en futloos, maar een dag later opeens enorm vrolijk, bruisend van energie en vol ideeën. Dat is wat een manisch-depressieve stoornis typeert. De wisselende stemmingen zijn verwarrend en veroorzaken vaak allerlei problemen. Dat geldt voor wie het heeft én voor zijn of haar omgeving.

Tegenovergestelde stemmingen

Omdat er sprake is van twee ‘tegenovergestelde’ stemmingen, spreken deskundigen ook wel van een bipolaire stoornis. Tijdens de depressieve periode ben je meestal somber en niet vooruit te branden. Je trekt je het liefst terug.

Hoe anders is dat als de stemming omslaat en de manische periode begint. Je voelt je extreem energiek, je kunt de hele wereld aan en het lijkt alsof je brein gemakkelijker en sneller werkt dan anders. Het feit dat je de depressieve periode achter je laat, kan dit gevoel nog een extra boost geven. Tegelijk ben je ongeduldiger, impulsiever en prikkelbaarder dan anders.

Impulsieve beslissingen

De combinatie van al deze impulsen tijdens de manische fase leidt vaak tot problemen. Soms nemen mensen opeens ontslag, kopen of verkopen een huis of nemen andere ingrijpende beslissingen, zonder goed over de gevolgen na te denken. In deze fase laten ze zich doorgaans niet of nauwelijks bijsturen door mensen in hun omgeving.

Hypomanie en andere varianten

Bij een lichte vorm van manie spreken we van hypomanie. De problemen die zich tijdens de manische fase voordoen, zijn meestal minder groot. Hoe de stoornis zich precies uit, verschilt per persoon. De een heeft meer last van depressie en de ander meer van manische fases. Deze perioden wisselen zich af met perioden waarin de stemming normaal is. Ook wanneer er alleen sprake is van manische of hypomane periodes, zonder depressies, noemen we dit een manisch-depressieve stoornis.

Gevolgen

De extreem wisselende stemmingen veroorzaken vaak problemen bij het functioneren, bijvoorbeeld thuis en op het werk. Iemand met manie wordt vaak niet begrepen door anderen. Die zien plotseling heel ander gedrag en kunnen dat niet goed plaatsen. Ook kunnen de impulsieve beslissingen tot onbegrip en ruzie leiden. Bijvoorbeeld wanneer er ondoordachte financiële beslissingen zijn genomen. Nog een ander voorbeeld van manisch gedrag is druk praten, op zo’n manier dat het lijkt alsof het niet meer stopt.

De somberheid en futloosheid in de depressieve fase brengt weer andere problemen met zich mee, privé en op het werk of op school. Bijvoorbeeld omdat taken niet of niet goed uit de verf komen en belangrijke afspraken zijn afgezegd. Ook relaties kunnen schade oplopen. Bekende lichamelijk klachten in deze fase zijn een verminderde of juist toegenomen eetlust, slaapproblemen en weinig energie.

Depressie

Depressies veroorzaken veel leed. Zo’n 550.000 Nederlanders hebben er last van. Dit zijn vaker vrouwen dan mannen. 1 op de 10 mannen en 1 op de 5 vrouwen krijgen minstens eenmaal in het leven een depressie.

Meer dan een dipje

Ieder mens heeft wel eens een ‘dipje’. Zo’n sombere bui kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld een ruzie, een teleurstelling, ziekte of narigheid in de familie. Meestal verdwijnt die sombere bui vanzelf. Maar het kan zijn dat je je somber blijft voelen. Niemand kan je opvrolijken, niets interesseert je meer. Je voelt je leeg en futloos. Als zo’n sombere bui blijft aanhouden, kan het zijn dat je een depressie hebt. Een depressie ontstaat meestal door een combinatie van persoonlijke eigenschappen, lichamelijke oorzaken en wat je meemaakt in het leven.

Hoe herkent je een depressie?

Bij een depressie ervaar je verschillende klachten: psychische, maar ook lichamelijke. Je klachten hebben invloed op je gedachten en gedrag. Hieronder vind je de belangrijkste klachten op een rij. Je hebt nooit alle klachten tegelijkertijd. En je klachten kunnen anders zijn dan die van iemand anders met een depressie. Bij de een zijn de klachten ’s ochtends het ergst, bij de ander juist ’s avonds.

Psychische klachten

  • Je voelt je somber en hebt nergens zin in.
  • Je vindt niets leuk en hebt geen energie.
  • Je voelt je schuldig en waardeloos: ‘Ik stel niets voor’.
  • Je voelt je leeg: ‘Ik voel helemaal niets meer’.
  • Je voelt je vaak angstig, wanhopig en machteloos: ‘Wat ik ook doe, er verandert toch niets’.
  • Je huilt veel zonder dat dit oplucht, of je wilt graag huilen maar het lukt niet.

Lichamelijke klachten

  • Je voelt je doodmoe.
  • Je hebt geen zin in eten. Hierdoor val je veel af. Of je eet juist veel en je komt veel aan.
  • Je slaapt weinig en slecht of je slaapt juist heel erg veel.
  • Je hebt minder of geen seksuele gevoelens.
  • Je hebt last van een droge mond.
  • Je hebt last van onverklaarbare pijn, zoals druk op de borst, hoofdpijn of rugpijn.
  • Je bent vaak duizelig en hebt trillende handen.
  • Je hebt last van hartkloppingen.

Gedachten en gedrag

  • Je bent snel boos en geïrriteerd.
  • Je bent veel met de dood bezig. Je denkt bijvoorbeeld: ‘Ik ben net zo lief dood.’
  • Je piekert veel, vaak over hetzelfde.
  • Je kunt je moeilijk concentreren en vergeet veel.
  • Je kunt moeilijk besluiten nemen.
  • Je reageert en praat langzaam en kunt niet goed nadenken.
  • Je bent niet vooruit te branden of kunt juist geen moment stilzitten.
Postpartum (postnatale) depressie

De baby is er, maar in plaats van blijdschap en een ‘roze wolk’ voelt de moeder na de bevalling sombere wolken boven haar hoofd hangen. Depressieve klachten kort na de bevalling komt bij ongeveer één op de tien bevallen vrouwen voor. In Nederland zijn dit per jaar zo’n 20.000 moeders.

Babyblues

Veel vrouwen hebben de eerste dagen na een bevalling snel last van spontane huilbuien, prikkelbaarheid, nervositeit en slaapproblemen. 'Babyblues' worden die huildagen wel genoemd. Maar liefst 50 tot 80 procent van alle vrouwen die een kind krijgen, maakt dit mee. Vaak in de derde tot tiende dag na de bevalling. Meestal gaan deze babyblues vanzelf over. Maar bij sommige vrouwen houdt deze somberheid maandenlang aan. Ze zijn bovendien prikkelbaar, angstig en neerslachtig. In dat geval is sprake van een postpartum depressie.

Soms zijn de symptomen kort na de geboorte van de baby al te herkennen. Maar het komt ook voor dat het sombere gevoel pas na een aantal weken ontstaat. Bijvoorbeeld zodra de moeder stopt met borstvoeding of weer gaat werken. Ook dan vallen de klachten onder het begrip postpartum depressie.

Moeilijk herkenbare klachten

Veel van de klachten lijken normaal. Een jonge moeder heeft vaak te weinig slaap, dus geen wonder dat je moe bent. En een baby is erg kwetsbaar, dus jouw bezorgdheid is normaal. Maar bij een postpartum depressie zijn of worden de klachten zo erg dat je na verloop van tijd taken niet meer normaal kunt uitvoeren.

Het betreft klachten zoals:

  • Je voelt je somber.
  • Je hebt nergens zin in en komt nergens toe.
  • Je hebt weinig plezier van de baby. Of je hebt zelfs heftige gevoelens van afkeer of haat voor de baby.
  • Je hebt geen ‘moedergevoel’ of je bent juist overbezorgd voor de baby.
  • Je bent extreem moe en lusteloos.
  • Je hebt huilbuien.
  • Je bent prikkelbaar en agressief. Dat kan zich uiten in schelden of verwijten maken.
  • Je kunt je moeilijk concentreren, bent in de war en vergeet veel.
  • Je slaapt weinig en slecht of je slaapt juist heel erg veel.
  • Je hebt geen zin in eten of je hebt juist heel veel zin in eten.
  • Je hebt weinig zelfvertrouwen, het gevoel niets waard te zijn. Ook denk je dat je niet geschikt bent als moeder.
  • Je hebt een dood of leeg gevoel van binnen.
  • Je voelt je machteloos, wanhopig en angstig. Ook pieker je veel.
  • Je hebt lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid.

Postpartum psychose

Sommige vrouwen krijgen ook last van waandenkbeelden en verliezen het contact met de werkelijkheid. Je kunt dan een postpartum psychose hebben. Je denkt bijvoorbeeld dat het kind niet van jou is. Of je ziet in een flits dat je de baby van de commode laat vallen. Je kunt zo somber zijn dat je denkt dat jij of jouw baby beter dood kan zijn. Als deze signalen zich voordoen, is onmiddellijk deskundige hulp nodig.

Oorzaken van stemmingsstoornissen

We weten niet precies wat een stemmingsstoornis veroorzaakt. Wel is duidelijk dat zowel biologische en sociale als ook psychische factoren een rol spelen.

Erfelijke (genetische) factoren

Vaak speelt erfelijkheid een rol. Oftewel: je genetisch materiaal. Bekend is onder meer dat twee derde van alle mensen met manische depressiviteit een familielid heeft met een stemmingsstoornis.

Sociale factoren

Ook stressvolle omstandigheden kunnen bijdragen aan het ontstaan van een stemmingsstoornis. Denk bijvoorbeeld aan ernstige relatieproblemen, het overlijden van een dierbare of grote spanningen op het werk. Ook een ingrijpende positieve gebeurtenis kan het proces in gang zetten, zoals de geboorte van een kind gevolgd door een postpartum depressie.

Psychische factoren

Een stemmingsstoornis heeft te maken met bepaalde karaktereigenschappen en/of denkpatronen. Voorbeelden zijn perfectionisme, een laag zelfbeeld of het onvermogen om moeilijkheden zelfstandig op te lossen. Dit kan depressieve gevoelens of andere stemmingsstoornissen in de hand werken.